pol

Bij de politie komen via social media vaak vragen binnen over wat bestuurders van politieauto’s nu wel en niet in het verkeer mogen.

Daar blijkt veel onduidelijkheid over te zijn.

De politie heeft een wettelijke vrijstelling gekregen om van de algemene verkeersregels af te wijken, als dit nodig is voor het werk. In de vrijstelling staat dat de ambtenaar van politie vrijstelling heeft van de bepalingen in het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990. Dat betekent dus dat politieauto’s, ook zonder optische- en geluidssignalen, bijvoorbeeld de maximum snelheid mogen overtreden, door rood licht mogen rijden, over de vluchtstrook of busbaan kunnen rijden of op het trottoir mogen parkeren. Dit geldt dus voor alle politievoertuigen, zowel opvallend als onopvallende voertuigen. Er zijn wel twee voorwaarden aan deze vrijstelling gebonden; ten eerste mag de bestuurder van de politieauto de verkeersveiligheid niet in gevaar brengen en het moet nodig zijn voor het uitvoeren van politiewerk. Waar de politie geen vrijstelling voor heeft is ‘niet handsfree bellen’. Ook politiemensen dienen gebruik te maken van een handsfreeset.