De provincie stelt 10 miljoen beschikbaar om samen met Noord- Hollandse gemeenten culturele en maatschappelijke instellingen overeind te houden. Door de coronacrisis zitten veel instellingen in acute financiële nood. Omdat veel gemeenten eveneens weinig financiële ruimte hebben, springt de provincie bij.
Nood is hoog
Met gemeenten is geïnventariseerd welke culturele en maatschappelijke organisaties getroffen worden en hoe groot hun nood is. Hoewel de exacte omvang van de schade nog niet bekend is, is wel duidelijk dat die groot is en dat het noodfonds van 10 miljoen niet genoeg zal zijn om alle instellingen te kunnen helpen. Er moeten dus keuzes worden gemaakt.
Focus op hulp aan culturele instellingen
De gemeenten willen het noodfonds vooral inzetten voor de culturele instellingen, omdat daar de nood het hoogst is. Gemeenten kunnen overigens wel een beroep doen op het noodfonds voor andere maatschappelijke organisaties van regionaal belang.
Gemeenten maken een voorstel
Gemeenten hebben het beste zicht welke instellingen cruciaal zijn voor de lokale en regionale culturele infrastructuur. De provincie heeft daarom aan de gemeenten gevraagd om gezamenlijk in regionaal verband (Noord-Holland Noord en Noord-Holland Zuid) een voorstel te maken voor welke instellingen zij een beroep willen doen op het noodfonds. Gemeenten en provincie hebben gezamenlijk voorwaarden opgesteld voor waar het noodfonds zich op zou moeten richten. Gemeenten dragen zelf ook 35% bij. In september bespreken ze de voorstellen met de provincie. In oktober wordt vervolgens duidelijk welke instellingen een financiële bijdrage kunnen krijgen.
Fonds voor economisch herstel
Naast het noodfonds werkt de provincie plannen uit die moeten bijdragen aan een economisch herstel, waaronder verduurzaming van de gebouwde omgeving en het versterken van de maatschappelijke en culturele infrastructuur in Noord-Holland. Hier wil de provincie 100 miljoen voor vrijmaken. In het najaar wordt duidelijk hoe de provincie dit fonds in gaat zetten.