Britse variant verspreidde zich al vroeg in West-Friesland
De vroegtijdige aanwezigheid van de Britse variant lijkt gerelateerd aan het hoge aantal coronabesmettingen in de regio West-Friesland dat sinds half december hoger is dan in de rest van het land. Tot deze conclusie komt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) na een uitgebreide analyse. Het RIVM deed samen met de laboratoria Comrico en Saltro op verzoek van GGD Hollands Noorden onderzoek naar het hoge aantal besmettingen in West-Friesland.
Vanaf begin december nam het aantal coronabesmettingen in dit deel van het werkgebied van GGD Hollands Noorden sneller toe dan in de rest van Nederland. Als eerste steeg het aantal besmettingen in de gemeenten Enkhuizen en Medemblik, al snel gevolgd door Stede Broec en Opmeer. Later verspreidde de toename van de besmettingen zich over de gehele regio. De waargenomen vroege piek in het aantal besmettingen in West-Friesland is niet gerelateerd aan specifieke clusters bij scholen, verpleeghuizen of bedrijven.
Uit het onderzoek van het RIVM is gebleken dat de vroegtijdige aanwezigheid van de meer besmettelijke Britse variant zeer waarschijnlijk de oorzaak is. De Britse variant is eind november voor het eerst in Nederland gedetecteerd en werd in december en januari in grote delen van het land waargenomen. Sinds half februari komt deze variant voor in meer dan de helft van de afgenomen monsters in Nederland die hierop geanalyseerd werden. Het valt niet te achterhalen waarom juist in dit deel van Nederland deze variant al vroegtijdig wijdverspreid aanwezig was en deze uitbraak zo prominent was.
Uit de analyses van het RIVM blijkt dat het aandeel van de Britse variant in onze regio begin januari hoger lag dan in andere regio’s in Nederland, waaronder de regio Amsterdam. Uit de zogenaamde ‘kiemsurveillance’ van het RIVM (link: Kiemsurveillance | RIVM) is recent gebleken dat in de eerste week van januari al meer dan 50 procent van de West-Friese besmettingen toe te schrijven was aan de Britse variant.
In Amsterdam lag dat percentage toen op iets minder dan 20 procent en landelijk rond de 10%. In de vierde week van januari was het percentage Britse variant in West-Friesland al opgelopen naar 75 procent. In Amsterdam betrof in die periode rond de 40 procent van de geanalyseerde monsters de Britse variant, tegen ca. 25% landelijk. Vanaf week 8 loopt West-Friesland in de pas met het landelijk gemiddelde: meer dan 90 procent van alle besmettingen zijn gerelateerd aan de Britse variant.