In deze tijd van de Olympische Spelen zitten de echte liefhebbers bij elke schaatsafstand voor de televisie.
Vanuit onze omgeving gingen en gaan nog steeds veel mensen naar de wedstrijden in binnen- en of buitenland.
In het verleden reden er speciale bussen van Peereboom naar de IJsstadions in Nederland en ver daar buiten. Het waren altijd geweldige weekenden als wij de verhalen mogen geloven.
Ondergetekende is ook jaren naar Thialf geweest, in de tijd, dat Leo Visser en bijvoorbeeld Falco Zandstra toptijden wisten te rijden.
Het schaatsen was in die tijd onlosmakelijk verbonden met bonte uitdossingen, grote toeters en heel veel vlaggen. Iedereen wilde laten zien waar hij of zij vandaan kwam.
Zo waren de opvallende gele vlaggen van de Floralia te zien, maar kwam ook de Corsovlag regelmatig in beeld. Daarnaast waren er veel Nederlandse vlaggen aanwezig, waar de namen van de woonplaatsen op te lezen waren, de naam Winkel, kwam dan ook heel veel in beeld. (Het is een kwestie strategisch ophangen).
De groep Nieruppers, wist soms via een omweg, toch weer vooraan te staan en zo de opvallende gele vlaggen regelmatig in beeld te brengen. Dat was al een sport op zich.
Het waren mooie tijden in een kolkend en dampende ijstempel in Heerenveen.
Op dit moment zijn er ook mensen uit onze regio afgereisd naar de Olympische Spelen, om de schaatsers live aan te moedigen.