Het lijkt elke dag wel zwaarder te worden voor Martien Jimmink in de Dakar-Rally.
De zevende etappe heeft hij toch ook weer tot een goed einde weten te brengen, hij kwam als 87e over de finish.
Martien zal al zijn energie nog volop nodig hebben de komende dagen.
Luister hier het verslag van Martien over de zevende etappe.
Jimmink rijdt op reserve met ‘zjoezjoe’-dag in het vooruitzicht
Elke avond als Martien Jimmink bij de medische dienst komt om zich te laten verzorgen, maakt hij een praatje met de dokter. Na afloop van de loodzware zesde etappe waarschuwde zij Jimmink niet alleen voor etappe 7, maar ook voor de achtste. “Dat zou een ‘zjoezjoe’-dag worden, zei ze. Ze is Française of Italiaanse, dat weet ik niet precies. Maar ik dacht: dat klinkt als ‘zozo’ en dat lijkt me niet best. Dus ik heb op reserve de zevende etappe gereden, met dinsdag in het achterhoofd.”
Ook de zevende etappe viel niets mee. De lus van 331 km rond San Juan de Marcona bestond voor minstens een derde uit duinen. “En wat voor duinen. Ik kwam wéér niet boven. Met één duin ben ik een uur aan het vechten geweest. Ik ben eromheen gereden, maar toen miste ik een waypoint. Het ergste was nog dat de trucks er ook kwamen toen ik daar aan het martelen was. Toen die Russische Kamazzen het naar de kloten hadden gegraven, kwam ik al helemaal niet meer boven natuurlijk.” Jimmink verbaasde zich erover dat overal langs de route, tot diep in de duinen aan toe, mensen staan. “De organisatie stopt heel wat spektakelstukken in de route en juist op de moeilijkste stukken staan de meeste mensen. Hoe komen die daar? Ongelooflijk, als je weet wat wij er allemaal voor moeten doen.”
Na zeven dagen is het beste er wel af bij Martien Jimmink, al ging het maandag beter dan zondag, toen hij echt tot het gaatje moest. “Ik heb goed gegeten, goed geslapen, mijn darmen zijn rustiger en ik ben redelijk bijtijds weer in het bivak. Ik ben gezegend met het HT Rally Raid-team. Floor kleurt mijn roadbook, zodat ik rust kan pakken en me kan verzorgen. Ik heb wat last van mijn armen en polsen, dus daar wil ik even voor naar de massage en er een zalfje op laten smeren en dan moet mijn kont nog worden afgeplakt, want die wond gaat maar niet dicht.
“Ik hoop dat het morgen (dinsdag) een beetje meevalt, maar ik zie er tegenop. We starten laat, pas om 10 uur en het is 360 km. Daar heb ik dus tien uur de tijd voor voordat het donker is. Normaal zou je zeggen: ‘Dat kun je fietsen Jimmink’, maar dat is niet zo. Je haalt snelheden van hooguit 65, 70 in die duinen, dus dat wordt krap aan. Ik ben er bang voor.”