Martien Jimmink maakt zijn droom waar
Al 35 jaar droomde hij ervan: de Dakar Rally. Die droom maakte Martien Jimmink waar. En niet alleen dat: hij haalde de finish, als 58-jarige debutant. Daarmee is hij meteen de oudste Nederlandse motorrijder die de Dakar uitreed en de tweede Jimmink die de geschiedenisboeken haalde. Broer Gerard staat daar nog steeds in als de best geklasseerde Nederlander, met de vierde plaats die hij in 1996 behaalde.
“Ik ben heel blij dat ik het waargemaakt, maar ik voel me geen topper”, zei Martien Jimmink aan de finish van de laatste etappe. “Het was zwaarder dan ik had gedacht. Misschien heb ik het toch een beetje onderschat.” Zelfs de laatste dag, met een proef van 112 km, was nog een echte Dakardag, waarop deelnemers uitvielen en favorieten bijna letterlijk van het podium af donderden (Pablo Quintanilla verspeelde de mogelijke winst, de tweede én de derde plaats in het motorklassement door een zware crash in de slotetappe).
Ook Jimmink had het niet gemakkelijk. “Er was één duintje waar ik niet tegenop kwam. Ik heb het twee keer geprobeerd en ben er toen maar omheen gereden. Het is wel mooi voor het eerst dat ik alle waypoints heb gehaald. Die steek ik in mijn zak.”
Alle andere dagen lukte dat niet, maar het kon Jimmink niet schelen. Lachend incasseerde hij de straftijden, die zodoende opliepen tot ruim zeventien uur. “Rijden gaat prima”, zei hij. “Maar navigeren is niet mijn sterkste kant. Ik volg de sporen of rijd achter iemand aan en ondertussen check ik het wel in het roadbook, maar als ik daardoor hier en daar eens een waypointje mis, dan zal het wel. Die straftijden interesseren me niks. Ik heb er geen kilometer minder om gereden, alleen maar méér.”
De medaille, dat was het enige wat de loonwerker uit Kolhorn boeide. Want die krijg je pas aan de eindstreep, op het podium in Lima. Daar nam hij de plak donderdagavond laat in ontvangst, na 2,5 jaar voorbereiding en elf dagen zwoegen. “Die voorbereidingstijd heb je gewoon nodig. Met minder gaat het echt niet. Je moet andere wedstrijden rijden, zorgen dat je fit bent, alles goed uitdokteren en zorgen dat alles in orde is. En zelfs dan is het geen garantie.”
Een paar mindere dagen en één heel slechte dag had Jimmink in de Dakar. Gekweld door diarree en koorts, met ontvelde billen als gevolg van een nare val, zat hij er helemaal doorheen en dacht hij zelfs aan opgeven. “Maar de dagen erna ging het gaandeweg steeds beter en nu ben ik dolblij dat ik heb weten door te zetten. Het was een ervaring om nooit te vergeten.”