Na de tweede wereldoorlog ontstond er in Nederland een andere visie op huisvesting voor ouderen (vanaf de leeftijd van 65 jaar).
In 1958 werden er daarom plannen gemaakt voor de bouw van een bejaardenhuis in de toen nog Gemeente Oude Niedorp. De eerste vraag was, waar het huis zou moeten komen te staan. Zowel ’t Veld, Zijdewind en zelfs de Weel behoorden tot de mogelijkheden.
Uiteindelijk werd er voor ’t Veld gekozen aan de Oranjelaan, omdat daar een stuk land lag wat te koop werd aangeboden. Naar aanleiding van deze ontwikkelingen werd er een werkcomité gevormd om de oprichting te realiseren. Het tehuis werd gebouwd onder architectuur van dhr. Rus jr. uit Heiloo, waarbij het reeds bestaande bejaardenhuis Kapellehof in Den Oever als voorbeeld diende. Het nieuw te bouwen tehuis telde 4 kamers voor echtparen en 24 eenpersoonskamers. Aannemer Arie Burgmeijer en Metselbedrijf de Jong, welke beiden uit ’t Veld kwamen, kregen de opdracht om samen het bejaardenhuis te bouwen met een startkapitaal van dhr. Frans Jong sr.
In februari 1962 heeft het bestuur de ‘’zusters Ursulinnen’’ benaderd, met de vraag de leiding op zich te nemen voor het te bouwen bejaardenhuis. Het bestuur heeft toegezegd dat zuster Ansfrida en zuster Signata als directrice en verpleegster werden aangesteld. Zij kregen een jaar de tijd om zich op deze taak voor te bereiden, omdat het huis nog gebouwd moest worden. Pastoor L.Brabander werd geestelijk adviseur en dr.J.C.A. Hageman werd medisch adviseur.
Op 1 september 1962 werd de eerste steen gelegd, waarna de bouw van start ging. Ondertussen werden er spullen uitgezocht zoals inventaris, meubels en alles wat hiervoor nodig was, deze taak werd toebedeeld aan moeder Magdalena. Er moest personeel aangenomen worden voor de zorg, huishouding en de keuken. Hiervoor werden 6 meisjes aangesteld, Gré Helder en Ans Idema waren al eerder aangesteld en naaiden de gordijnen en spreien voor de kamers van de bewoners in het zusterklooster.
Op 7 oktober 1963 kwamen de eerste bewoners, het echtpaar Koomen betrad als eerste hun nieuwe kamer, de rest van de bewoners volgden in dezelfde week. Op 11 oktober 1963 werd het bejaardenhuis geopend. Op deze dag werd een plechtige mis opgedragen door pastoor L. Brabander en werd het huis ingezegend. Kapelaan den Hollander bedacht de naam Maria Mater en het bejaardenhuis werd officieel geopend door burgemeester van Breemen.
Het grootste gedeelte van de bewoners waren geheel zelfstandig, omdat men vanaf 65 jaar in het bejaardenhuis ging wonen. De meeste bewoners verzorgden hun eigen kamer, hielpen mee met de gezamenlijke afwas (in die tijd was er nog geen afwasmachine!) en maakten het eten voor de volgende dag klaar. Daarnaast hielden de mannen een groentetuin bij en werden er aardappels gerooid, aardbeien geplukt en groenten ingemaakt. Ook het personeel hielp toen in die tijd mee en waren op de tuin bezig.
In 1965 werden de eerste aanleunwoningen aan de zuidkant gebouwd. Daarna kwam er een uitbreiding van de recreatiezaal en de bouw van de aanleunwoningen aan de zuidwest- en noordzijde. In 1974 werd zuster Johanna directrice en in 1976 werd Ans Klaver-Idema gevraagd de directrice te vervangen, wat na een aantal maanden resulteerde in een vaste aanstelling. Dhr. Hans Pietersen was vele jaren voorzitter/penningmeester en dhr. Nico Poelsma secretaris, dhr.G.Wijnker nam de taak later over als penningmeester.
In de jaren 90 ontstonden de woelige jaren! Het personeelsaantal was intussen verdubbeld, de bewoners kregen een grotere zorgvraag en Maria Mater moest vechten voor het voortbestaan van de locatie. In het eerste plan was het de bedoeling dat het gebouw gerenoveerd zou worden, daarom werd er een nieuwe keuken gebouwd, die in 1990 in gebruik werd genomen.
De Provincie had inmiddels andere plannen, bejaardenhuizen moesten verdwijnen. De kamers van de bejaardenhuizen waren toen gemiddeld 16 m2, met alleen een toilet op de kamer en voldeden niet meer aan de eisen van die tijd. Bijvoorbeeld voor het douchen ging je lopend of met de douchestoel over de gang naar de grote badkamer. Als voorloper werden in Harenkarspel de vijf bejaardenhuizen gesloopt en herbouwd als woon-zorgcomplexen.
Maria Mater moest sluiten en er zou geen complex voor terugkomen. Het bestuur wilde dit niet laten gebeuren en deed vele pogingen voor het behoud van Maria Mater. Zij voerde gesprekken met de Provincie, Gewest en Gemeente. Personeel ging de straat op met pamfletten, er werden 2000 pamfletten in de hele gemeente Niedorp opgehangen, met de tekst, “MARIA MATER MOET BLIJVEN” Grote borden werden er geplaatst bij de ingang van de dorpen en zelfs de Telegraaf kwam voor een interview en een foto. Het was een moeilijke en spannende tijd voor een ieder die er mee te maken had. Het bestuur vocht en voerde ook gesprekken met toen nog de organisaties de Zr Kueter Stichting en Stichting Nye Scagha. Uiteindelijk viel de beslissing, dat Maria Mater mocht voortbestaan, maar dan wel in de vorm van een woon-zorgcomplex . 1 juli 2000 werd de status gewijzigd van verzorgingshuis naar woon-zorgcomplex, met het verschil dat de bewoner nu het appartement zelf moest huren en de zorg moest inkopen. Er werd uiteindelijk gekozen voor een samenwerkingsverband met stichting Nye Scagha, onder leiding van Joop Bommer.
Voor de nieuwbouw werd architectenbureau Gunstra en Firma Jorritsma als aannemer aangetrokken. Het werden 50 huur - en 12 koopappartementen. In april 2002 werd de eerste paal geslagen. In september 2003, verhuisden de bewoners van het oude Maria Mater naar hun nieuwe appartement. Zij gingen van 16 m2 naar 60 m2 met een eigen woon-,slaap- en badkamer. Voor de medewerkers en de bewoners was dit een hele grote verandering en moest men erg wennen aan de nieuwe werkwijze. 11 oktober 2003 werd het woon-zorgcomplex officieel geopend.
Bij een nieuw complex en een nieuw bestuur waren er ook andere ideeën. Er werd gekozen voor een beige uniform om het ‘thuisgevoel’ voor cliënten te benadrukken. Er is nog sprake geweest om het woon-zorgcomplex een andere naam te geven, maar dat riep veel weerstand op bij de medewerkers en bewoners.
Ans Klaver is vanaf 1976 directrice geweest van Maria Mater. Inmiddels heeft Yvonne Grin alweer vier jaar de leiding als teamleider Zorg en dienstverlening en is zij het aanspreekpunt op de locatie. Cees Dekker stuurt het facilitaire gedeelte aan als teamleider Facilitair. De vrijwilligers en de dagopvang worden aangestuurd door Danny van Willigenburg als teamleider Welzijn en Paula Udding is de clustermanager van Niedorp en Harenkarspel, waaronder Maria Mater valt. Er is in de afgelopen 50 jaar veel veranderd, maar dankzij een ieders inzet is Maria Mater een woon- zorgcomplex waar we trots op zijn, iedereen welkom is en de zorg voorop staat!
Tekst: Mevrouw Paula Udding, Clustermanager Woonzorggroep Samen
Foto's: Archief P. de Graaf