Op 12 juni j.l. heeft Lilian Peters (fractievoorzitter GroenLinks) vragen aan het college gesteld over de (on)toegankelijkheid van het Waddenbelevingspunt, onderdeel van het Waddenpoortproject bij Den Oever. Waarom is dit, in strijd met het VN-verdrag Handicap, niet toegankelijk voor mindervalide mensen? Wat gaat het college daaraan doen? Op 3 juli kwam er antwoord op de vragen.
Het college meent - ten onrechte - dat het VN-Verdrag alleen van toepassing is op gebouwen en niet op het Waddenbelevingspunt. Verbreding en/of aanbrengen van valbeveiliging of andere maatregelen vindt het college dan ook niet eerder aan de orde dan bij groot onderhoud aan het pad. Er is vooraf geen overleg geweest met gebruikersorganisaties of met organisaties die opkomen voor de belangen van mindervaliden. Ook dit is strijdig met het VN-Verdrag. GroenLinks vindt de antwoorden helaas teleurstellend en ook niet passend bij de ferme uitspraak van het college op 1 mei 2017: "De bereikbaarheid van het Waddenbelevingspunt voor mindervaliden is onverminderd een belangrijke randvoorwaarde." Deze belofte is niet waargemaakt.
Daarom heeft de fractie op 18 juli enkele vervolgvragen gesteld.
Vraag 1: In uw verzoek in mei 2017 aan de raad om € 90.000,- extra budget voor een brug die het belevingspunt verbindt met het pad ernaartoe, noemt u toegankelijkheid voor mindervaliden als argument. Toch bent u niet van plan om maatregelen als valbescherming, passeermogelijkheden en markeringsstrepen zelfs maar te overwegen. Waarom vindt u het niet belangrijk dat mindervalide mensen deze brug zelfstandig en veilig kunnen bereiken? Bent u met ons van mening dat hierdoor de toegankelijkheid van de openbare ruimte voor deze mensen zeer wordt beperkt en dat uw argumentatie van vorig jaar ongeloofwaardig is geworden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 2: U stelt dat het VN-Verdrag Handicap alleen van toepassing is op openbare gebouwen en niet op objecten in de openbare ruimte. Bent u er niet van op de hoogte dat gemeenten door het VN-Verdrag Handicap verplicht zijn om personen met een beperking in staat te stellen om op voet van gelijkheid met anderen deel te nemen aan recreatie, vrijetijdsbesteding en sportactiviteiten? En dat u dus maatregelen moet nemen om te waarborgen dat zij toegang hebben tot sport-, recreatie- en toeristische locaties? (Artikel 30, lid 5, sub c VN-Verdrag inzake rechten van mensen met een beperking.)
Vraag 3: Onderschrijft u de doelstelling van het VN-Verdrag Handicap, zoals verwoord in Artikel 1: “Doel van dit verdrag is het volledige genot door alle personen met een handicap van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden op voet van gelijkheid te bevorderen, beschermen en waarborgen, en ook de eerbiediging van hun inherente waardigheid te bevorderen”?
Vraag 4: Wilt u de algemene beginselen van het VN-Verdrag respecteren, waaronder Artikel 3b. Non-discriminatie en Artikel 3f. Toegankelijkheid?
Vraag 5: U geeft aan niet in gesprek te willen gaan met organisaties die de belangen van mindervaliden behartigen. Hoe valt dit te rijmen met de ‘rode draad’ in uw cioalitieakkoord: ‘Dat is de inwoner. Die betrekken we bij alles wat we doen’?
Vraag 6: Wat vindt u van de stelling dat juist mindervalide inwoners en organisaties die de belangen van mindervalide mensen behartigen u als geen ander kunnen adviseren welke aanpassingen de toegankelijkheid sterk kunnen verbeteren?
Vraag 7: Bent u ervan op de hoogte dat een van de belangrijkste uitgangspunten van het VN-Verdrag is dat de doelgroep betrokken wordt bij het maken van beleid?
Vraag 8: GroenLinks is ondertussen benaderd door Stichting De Zonnebloem, de Gemeentelijke Werkgroep Toegankelijkheid Medemblik en meerdere burgers, zoals VN-ambassadeur, de heer Jeroen Muntjewerf, en oud voorzitter adviesraad gehandicaptenbeleid en projectleider voor het VN-Verdrag Handicap, de heer Kees de Jager. Zij zijn allen bereid om u in deze kwestie te adviseren. Bent u bereid om, in samenwerking met ervaringsdeskundigen, de toegankelijkheid van het Waddenbelevingspunt alsnog te onderzoeken? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9: In de jaarrekening 2017 wordt bij “Afronding subsidie Waddenpoort” een positief saldo van € 89.000,- genoemd. Dit bedrag is blijkbaar niet uitgegeven, terwijl er wel € 90.000,- extra bijdrage aan de raad is gevraagd. Hoe is het positieve saldo in het project Waddenpoort ontstaan?
Vraag 10: Kan dit positieve saldo alsnog worden aangewend voor de toegankelijkheid van het Waddenbelevingspunt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid om een voorstel inzake het verbeteren van de toegankelijkheid van het Waddenbelevingspunt, inclusief budget, nog dit jaar aan de raad voor te leggen?
Met vriendelijke groet,
Namens de fractie van GroenLinks Hollands Kroon
Lilian Peters, fractievoorzitter