De ontoegankelijkheid van het Waddenbelevingspunt, aanvullende vervolgvragen van GroenLinks
Het in mei opgeleverde Waddenbelevingspunt in Den Oever voldoet niet aan het VN-verdrag Handicap (2016). Hierin staat onder meer dat mensen met een beperking in staat moeten zijn om op voet van gelijkheid met anderen deel te nemen aan recreatie, vrijetijdsbesteding en sportactiviteiten. Dit betekent niet dat de gemeente verplicht is om bijvoorbeeld alle historische kerktorens te voorzien van een lift, maar als er iets nieuws wordt gebouwd, zoals het Waddenbelevingspunt, dan moet dat zeker wel toegankelijk zijn voor mensen in een rolstoel of scootmobiel.
Op 18 juli heeft GroenLinks een tiental schriftelijke vervolgvragen (PV-1832) aan het college gesteld over de ontoegankelijkheid van het Waddenbelevingspunt. Dit was nodig omdat de antwoorden op de eerdere vragen helaas nogal teleurstellend waren. Het college leek zich niet te realiseren dat het VN-verdrag Handicap ook geldt voor Hollands Kroon en dat het verdrag een veel ruimere strekking heeft dan alleen de toegankelijkheid van openbare gebouwen.
Na een maand kwam er op 14 augustus alleen een wederom tegenvallende zoek-het-zelf-maar-uit-reactie: ‘Wij nemen kennis van uw teleurstelling, maar wijzen u er op dat we handelen binnen bestaande beleidskaders. De toegankelijkheid van voorzieningen (al dan niet recreatief) voor mindervaliden is een onderwerp dat niet alleen voor dit specifieke object geldt, maar voor veel meer gebieden en voorzieningen in Hollands Kroon. Als u vindt dat het bestaande beleid anders zou moeten zijn dan stellen wij u voor hierin binnen de gemeenteraad het initiatief te nemen.’ Een merkwaardige reactie.
Weliswaar is nu wel tot B&W doorgedrongen dat het verdrag een ruimere werking heeft, maar beweert het college nu echt dat het niet van plan is om de ‘bestaande beleidskaders’ uit zichzelf aan te passen aan nieuwe wetgeving? Het gaat er niet om dat GroenLinks vindt dat het bestaande beleid moet worden aangepast. Het VN-verdrag gaat over mensenrechten. Het gaat over een inclusieve samenleving. Het houdt onder meer in dat de gemeente ervoor moet zorgen dat mensen met een beperking zo zelfstandig mogelijk kunnen deelnemen aan de samenleving, net als andere mensen. Het college is er zelf voor verantwoordelijk dat het beleid van de gemeente in overeenstemming is met de wet en moet daartoe zelf de benodigde initiatieven ontplooien. Daar hebben we immers wethouders voor.
GroenLinks stelt vast dat de reactie van het college geen antwoord op alle vragen bevat en heeft daarom verzocht om de eerder gestelde vragen alsnog op korte termijn inhoudelijk te beantwoorden. De wettelijke termijn om deze vragen te beantwoorden is inmiddels ruim verstreken. De fractie zag zich naar aanleiding van de reactie van het college bovendien genoodzaakt om enkele aanvullende vervolgvragen te stellen:
VRAGEN
In uw reactie stelt u dat u handelt volgens ‘bestaande beleidskaders’ en dat toegankelijkheid geldt voor ’veel meer gebieden en voorzieningen in Hollands Kroon’.
Vraag 1: Naar welke beleidskaders verwijst u hier?
Vraag 2: Speelden deze beleidskaders een rol in uw raadsvoorstel van 2 mei 2017 waarin u vraagt om een aanvulling van het budget voor de realisatie van de brug naar het Waddenbelevingspunt, met als argument dat zo het Waddenbelevingspunt toegankelijk zou worden voor mindervaliden?
Vraag 3: Ligt het niet in de rede dat ook het pad dat leidt tot de brug op een veilige manier toegankelijk is voor mindervaliden evenals de aanwezige voorzieningen, zoals de verrekijker en de informatieborden?
We zijn verheugd om te lezen dat u begin september het Waddenbelevingspunt met deskundigen van de Stichting De Zonnebloem bezoekt en de gemeenteraad over de resultaten hiervan zult informeren.
Vraag 4: Waar en wanneer kunnen gemeenteraadsleden die bij deze schouw aanwezig willen zijn, zich vervoegen?
Vraag 5: Klopt het dat ambtenaren en bestuurders op de Hollands Kroon Academie inmiddels zijn bijgeschoold over het VN-verdrag Handicap en dat hierbij het Waddenbelevingspunt aan de orde is gekomen?
GroenLinks hoopt dat het college de toepassing van het VN-verdrag Handicap serieus gaat oppakken en ziet de antwoorden op alle gestelde vragen met belangstelling tegemoet.