GROENLINKS STELT VRAGEN OVER DE HUISVESTING VAN ARBEIDSMIGRANTEN
Op 10 januari j.l. hield wethouder Meskers in een beeldvormende vergadering over arbeidsmigranten een presentatie met daarin kwantitatieve gegevens over de huisvesting van tijdelijke arbeidsmigranten. Deze informatie riep bij de GroenLinks-fractie een aantal vragen op, die niet ter plekke beantwoord konden worden. Het college beloofde dat de achterliggende informatie en de rekenwijze schriftelijk zou worden toegestuurd.
Tot op heden heeft de fractie echter nog geen adequate informatie ontvangen die een helder beeld geeft over de aantallen benodigde arbeidsmigranten, de verdeling over de regio, de verdeling over het jaar, benodigde en beschikbare logies, etc. Daarom heeft Peter Fekkes op 9 februari het college schriftelijk de onderstaande veertien vragen gesteld*.
Vragen
In de derde sheet van bovengenoemde presentatie wordt een kaartje van het CBS gepresenteerd waaruit blijkt dat in Hollands Kroon 2%-3,5% van de banen wordt ingevuld door buitenlandse werknemers. In de mondelinge toelichting gaf portefeuillehouder Meskers aan dat dit nu waarschijnlijk nog wel wat hoger is, zeg 4%. Volgens datzelfde CBS zijn er in Hollands Kroon ca. 12.000 banen. Er zou dan dus sprake zijn van 4% van 12.000 is 480 banen die door buitenlandse werknemers worden ingevuld.
Vraag 1: Klopt de conclusie dat minder dan 500 banen in Hollands Kroon worden ingevuld door buitenlandse werknemers? Zo nee, hoe moet deze data dan geïnterpreteerd worden?
In de volgende sheet wordt aangegeven dat het totaal aan arbeidsmigranten in De Kop 4446 bedraagt, waarvan 3646 ook wonen in De Kop. Daarnaast zou er sprake zijn van 2912 arbeidsmigranten die wel wonen in De Kop, maar hier niet werken.
Vraag 2: Welke gemeenten worden in dit kader tot “De Kop” gerekend? Kunnen bovengenoemde cijfers uitgesplitst worden naar deze gemeenten? Zo ja, wat zijn deze cijfers?
Vraag 3: Is van de ca. 3.000 arbeidsmigranten die wel wonen in De Kop, maar hier niet werken bekend waar zij dan wel werken en waarom zij kiezen om in De Kop te wonen? Zo ja, wat zijn dan deze werklocaties en de motieven om in Hollands Kroon te wonen?
Vraag 4: Weet het college of er nieuwe initiatieven voor huisvesting van arbeidsmigranten zijn in de gemeenten waar deze “binnen-buiten” groep werkt? Zo ja, betekent dit dan dat deze groep arbeidsmigranten minder beroep zal doen op huisvesting in Hollands Kroon? Hoe is dit regionale overzicht en overleg georganiseerd?
Vraag 5: Betreffen deze cijfers jaargemiddelden of zijn het de piekcijfers?
Vraag 6: Hoe is het verloop van deze aantallen over het jaar (pieken en dalen), wat is de minimumbezetting en wat de maximumbezetting?
Vraag 7: In welke branches werken deze mensen en hoe zijn de aantallen over de branches verdeeld?
Vraag 8: Hoeveel arbeidsmigranten zijn werkzaam op agrarische bedrijven in Hollands Kroon en komen volgens staand beleid (kruimelregeling) in aanmerking voor logies op een agrarisch erf? Op basis van de gepresenteerde cijfers volgt volgens het college dat er in Hollands Kroon 3500 bedden nodig zijn voor arbeidsmigranten.
Vraag 9: Kunt u toelichten hoe u tot bovenstaande conclusie bent gekomen?
Op basis van de verhouding tussen de verschillende cijfers zouden we kunnen veronderstellen dat grofweg 50% van deze 3500 gerelateerd is aan werk in Hollands Kroon en de andere 50% aan werk buiten Hollands Kroon.
Vraag 10: Bent u het met deze schatting eens? Zo niet, hoe zou u de verdeling schatten?
Vraag 11: Kunt u het grote verschil verklaren tussen deze aantallen en de uitkomst van het CBS, waaruit naar voren komt dat er minder dan 500 banen in Hollands Kroon worden ingevuld door buitenlandse werknemers?
Op dit moment zijn er aanvragen voor accommodaties op voormalige agrarische erven. Deze erven liggen in het buitengebied of in een buurtschap waarbij de infrastructuur (wegen, parkeren, elektriciteitsnet, waternet, riool) niet altijd toereikend is, gezien de beoogde toename van het aantal bewoners.
Vraag 12: Bent u van mening dat alleen een vergunning kan worden afgegeven als de infrastructuur op de betreffende locatie hiervoor toereikend is? Zo nee, wie is volgens u verantwoordelijk om de infrastructuur op het noodzakelijke niveau te brengen?
Vraag 13: Op dit moment worden aanvragen voor accommodaties tot 40 personen op agrarische erven getoetst aan het zogenaamde “kruimelbeleid”. Kunt u de regels en kaders in dit beleid aangeven dan wel een link geven waar deze informatie online te vinden is?
Een groot deel van de arbeidsmigranten, zeker die de piekperioden opvangen, werken hier via een uitzendbureau. Dit uitzendbureau regelt voor deze mensen dan ook vaak de huisvesting en het vervoer.
Vraag 14: Is er structureel overleg tussen gemeente en uitzendbureaus over vervoer en huisvesting? Ziet u het als een taak (of mogelijkheid) om middels overleg de branche te betrekken bij het verminderen van overlast door bijvoorbeeld parkeerdruk en overmatige verkeersbewegingen? Zo nee, waarom niet?
*) Politieke vragen worden door het college binnen 30 dagen beantwoord.