Martien Jimmink is altijd positief. Misschien soms wel een beetje te positief. In het ziekenhuis in Alkmaar bleek de schade als gevolg van zijn val in de derde etappe van de Dakar Rally toch groter dan gedacht. Dinsdag ondergaat Jimmink een operatie waarin vijf wervels aan elkaar worden gezet. Daarnaast moet hij minimaal een maand een nekbrace om, omdat er ook twee nekwervels blijken te zijn gescheurd.
Martien Jimmink blijft er nuchter onder. “Het is geen eenvoudige operatie, maar aan alles is nu eenmaal een risico verbonden. De dokter is er positief over dat ik volledig herstel. Ik heb er veel vertrouwen in nu ik hier in Alkmaar onder behandeling ben. Dat geeft veel rust. Het gaat goed met me. Ik word goed verzorgd, ben in goede handen.”
In Saoedi-Arabië vervloekte hij nog de nekbrace die hem bij aankomst in het ziekenhuis in Tabuk werd omgedaan. Waarom was dat nodig, als ze het op de proef, in de ambulance en in de helikopter niet hadden gedaan? “Maar het was toch goed gezien. Alleen werden de scheurtjes pas veel later ontdekt.”
In de helikopter die Jimmink uit de proef haalde en naar het ziekenhuis bracht, had hij de tranen in de ogen. Niet van de pijn, maar van de teleurstelling om het uitvallen. “Het was helemaal mijn Dakar”, vertelt Jimmink. “Ik had het zo naar mijn zin. Ik reed als een vent van 40. Misschien was dat juist het probleem: het ging te goed. Iedereen klaagde over de stenen, maar ik vond dat juist heel fijn. Ik was ook zo goed voorbereid. Tegen de rauwe kont had ik dit jaar een kussentje op mijn zadel. Ik was echt heerlijk aan het rijden.”
Het was niet op de stenen dat het mis ging, maar in het zand. Jimmink zag een ronde afdaling, een soort kom in het zand, iets te laat en kneep in een reflex in zijn voorrem. “Een cruciale blunder, zeker in het zand”, oordeelt hij. “Het was heel zacht zand, dus mijn voorwiel groef zich in en ik ging er voorover af en kreeg de motor op mijn donder. Het zand zit nog in mijn haar, want douchen kan nog niet. Ik moet plat blijven liggen.”
Of Jimmink nog terugkeert in de Dakar is de vraag. Hij wil wel, maar de revalidatie zal maanden in beslag nemen. “Van trainen zal dit jaar dus niet veel komen. En zelfs dan moet ik me afvragen of ik het nog wel moet willen. Ik ben 59, ik heb het al een keer gehaald, dus ik hoef niets meer te bewijzen. Het probleem is alleen dat het zo allemachtig mooi is. Het zou me verdriet doen, maar ik moet ook realistisch zijn.”