De gemeente verleent jaarlijks meerdere omgevingsvergunningen, waarvan een groot deel betrekking heeft op bouwplannen.
In de meeste gevallen wordt vrij snel na de verlening van een vergunning gestart met de bouw. Maar het komt voor dat er geen, of pas na lange tijd, gebruik wordt gemaakt van een vergunning. Dit noemen we ‘slapende vergunningen’. Het college heeft daarom een aantal regels opgesteld waardoor zogenoemde slapende vergunningen ingetrokken kunnen worden.
Vernieuwde woningbouwprogramma’s
De gemeente wordt doorlopend geconfronteerd met nieuwe eisen en wensen voor woningbouwprogramma’s. Denk onder andere aan het creëren van mogelijkheden voor passende nieuwbouwwoningen voor inwoners van de gemeente en daarnaast de realisatie van extra woningen voor vluchtelingen die een verblijfsvergunning verkregen hebben. Oude vergunde bouwplannen die niet in uitvoering gebracht zijn of worden, kunnen de mogelijkheden om in te spelen op veranderingen in de woningbouwbehoefte in de weg staan.
Voorkomen van ongewenste situaties
Door slapende vergunningen in te trekken wil het college voorkomen dat er situaties ontstaan die in strijd zijn met nieuwe wet- en regelgeving. Bijvoorbeeld dat inwoners in een nieuwbouwwoning gaan die niet voldoende voldoet aan de nieuwste regels voor isolatie of brandveiligheid. Ook voorkomt het intrekken dat omwonenden na jaren verrast worden door onverwachte bouwactiviteiten.
Intrektermijnen
Voor het intrekken van de slapende vergunningen houden we de volgende termijnen aan:
Niet benutte vergunningen worden, als er sprake is van wijziging in wet-, regelgeving of beleid, na 26 weken ingetrokken. Als er geen sprake is van wijziging in wet-, regelgeving of beleid wordt de vergunning na twee jaar ingetrokken.
Bij stilliggende bouwactiviteiten wordt de vergunning ingetrokken als de bouwactiviteiten langer dan één jaar hebben stilgelegen.